Veel (ex-)ondernemers die in de WSNP komen willen graag hun onderneming voortzetten tijdens de WSNP. Op die wijze is er in ieder geval iets van inkomen en behoeft niet te worden teruggevallen op de bijstand. Het is immers altijd maar afwachten of een nieuwe dienstbetrekking snel wordt gevonden. Aan het behouden van de eigen onderneming kleven vaak grote bezwaren. Wij leggen dit graag uit in deze korte blog.
Ondanks het feit dat iets van inkomen beter voelt dan bijstand, geldt in de WSNP als uitgangspunt dat betaalde arbeid uit loondienst moet worden verkregen. In dat kader geldt ook de sollicitatieplicht (4 x per maand gericht solliciteren op allerhande banen) voor zolang geen 36 uur per week vast wordt gewerkt.
Veel ondernemers die worden toegelaten tot de WSNP worden dan ook verplicht hun onderneming te staken en het bewijs van uitschrijving aan de bewindvoerder toe te zenden. Vaak is er overigens een goede reden om een onderneming te staken. Dit kan het geval zijn wanneer de schulden juist zijn ontstaan door een verlieslatende onderneming (eenmanszaak).
Ondernemers voor wie de onderneming wél winstgevend is, doen er goed aan te bespreken of de onderneming niet kan worden behouden. Het mes snijdt dan immers aan twee kanten: er komt geld beschikbaar voor de boedel én er is nog een onderneming, die ook na de beëindiging van de WSNP kan worden voortgezet.
Bij de toelating bepaalt de rechtbank of de schuldenaar tot de Wsnp kan worden toegelaten wanneer deze zijn onderneming voortzet of (tijdelijk) nog niet heeft gestaakt.
Een onderneming mag in principe tijdens de WSNP alleen worden voortgezet in de navolgende gevallen:
Indien aan deze voorwaarden wordt voldaan, bestaat de mogelijkheid om tijdens de WSNP de onderneming voort te zetten.
Mocht de wens om de onderneming voort te zetten tijdens de WSNP leiden tot een afwijzing van de toelating tot de WSNP, dan kunt u hiertegen in hoger beroep komen. U kunt voor dit hoger beroep contact opnemen met één van onze advocaten.
Over de auteur